De Europese ruimtevaartorganisatie ESA en het Russische ruimtebureau Roskosmos hebben woensdagmiddag in Moskou een overeenkomst gesloten over intensievere samenwerking. Zo mogen de Russen onder andere in de toekomst gebruik maken van het Europese lanceerplatform Kourou in Frans-Guyana.
De eerste lancering van een Russische Soyuz-capsule staat gepland voor het jaar 2007. Met deze overeenkomst kunnen de Russen voortaan gebruik maken van twee verschillende lanceerplatforms; de lanceerbasis in Baikonur, Kazachstan en vanaf gisteren het Europese lanceerplatform Kourou in Frans-Guyana. Het akkoord werd in het Russische Moskou ondertekend door directeur-generaal Jean-Jacques Dordain van ESA en het hoofd van Roskosmos, Anatoli Perminov.
Voor het lanceren van de Russische Soyuz-capsules kan Roskosmos gebruik maken van een gedeelte van de lanceerbasis Kourou, namelijk een extra lanceerplatform naast het platform voor de Europese Ariane-raketten, waarvoor de werkzaamheden inmiddels zijn gestart.
De lanceerbasis is halverwege de jaren zestig speciaal gebouwd omdat het vlak bij de evenaar ligt. De aarde draait hierdoor sneller en daardoor kost het minder energie om raketten en andere ruimtevaartuigen vanaf de aarde te lanceren. De Soyuz-capsules kunnen hierdoor meer vracht meenemen en hebben minder brandstof nodig voor de twee bijbehorende raketten aan de zijkant van de raket. Tot dusver zijn alle Soyuz-capsules vanaf de Russische basis Baikonur in Kazachstan gelanceerd.
Door deze overeenkomst willen de twee organisaties in de toekomst samen gaan werken met het ontwikkelen van onder andere nieuwe draagraketten, brandstoftanken en ruimtevaartuigen. De doelstelling van ESA is om rond 2020 de beschikking te hebben over een aantal nieuwe generaties draagraketten.
Bron: ESA