NASA heeft de eerste ‘zonnemonsters’ die de ruimtesonde Genesis heeft verzameld overgedragen aan enkele onderzoekers. Genesis stortte op 4 oktober 2004 neer in de woestijn Utah. Even werd gevreesd dat de kostbare lading van de sonde verloren was gegaan.
Het door Genesis verzamelde materiaal blijkt na enig onderzoek echter wel degelijk bruikbaar te zijn. De verzamelde deeltjes zijn afkomstig uit de zonnewind van onze ster, de zon. Hoewel de zonnewind voornamelijk uit waterstof bestaat, zitten er ook enkele andere elementen in. De bedoeling is dat nu een nauwkeurige inventarisatie wordt gemaakt van het verzamelde materiaal.
4 oktober was een dieptepunt voor de Amerikaanse ruimtevaart. Rond 16.00 uur Nederlandse tijd vloog Genesis de atmosfeer van de aarde binnen, met als doel om veilig te landen in de woestijn Utah. Genesis werd gelanceerd in 2001 met als doel zonnedeeltjes te verzamelen die afkomstig zijn van onze zon. Wetenschappers zouden deze kunnen gebruiken bij onderzoek over het ontstaan van onze zon. Enkele weken voor 4 oktober, de dag dat de ruimtesonde eindelijk weer terug op aarde keerde, oefenden verschillende stuntpiloten uit de beroemdste Hollywood-films op het vangen van voorwerpen uit de lucht. Dit is dus uiteindelijk mislukt omdat de parachutes van de sonde niet open gingen. Genesis sloeg later te pletter in de kille woestijn van Utah met een snelheid van 160 kilometer per uur. Alle bruikbare zonnedeeltjes werden uiteindelijk uit de Genesis gehaald en werden later onderzocht door verschillende onderzoekers van de NASA. De missie kostte ruim 264 miljoen dollar.
Bron: NASA