De NASA hoopt aanwijzingen voor het bestaan van buitenaards leven te vinden door een verzameling meertjes in Mexico nader onder de loep te nemen. Het gaat om een merengebied bij de plaats Cuatro Cienegas, vier moerassen in de Chihuahua-woestijn, dat volgens de wetenschappers altijd al een ‘on-aardse’ uitstraling heeft gehad.
Het gebied bestaat uit totaal 170 kleine meertjes met kobaltkleurig water, en vormt de thuishaven voor veel zeldzame en unieke vis-, slak- en schildpadsoorten.
Het gebied is ontstaan toen de zee zich er 100 miljoen jaar geleden uit terugtrok. In deze unieke omgeving zijn alleen de kleine plassen overgebleven, en daarin is nog een glimp op te vangen van oeroude levensvormen. Volgens de NASA zou het best eens zo kunnen zijn dat het leven op een andere planeet er ook zo uitziet.
De onderzoekers van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie zijn voornamelijk geïnteresseerd in de klompen verkalkte bacteriën die zich in de verschillende meren bevinden. Deze primitieve levensvormen zouden belangrijke informatie kunnen leveren voor het onderzoek naar eventueel leven op andere planeten.
De wetenschappers zijn begonnen met het bestuderen van de zogenoemde ‘stromateolieten’: algenmatten op de bodem, die uit dunne lagen kalksteen bestaan en modder en slib vasthouden. Stromateolieten komen nog maar op enkele plaatsen op aarde voor. De exemplaren in Mexico zijn zeer oud. De omstandigheden binnen deze levensvormen zijn vergelijkbaar met de atmosfeer op aarde zoals die meer dan 2 miljard jaar voor de evolutie van de dinosaurussen zou zijn geweest.
Door de bacteriën die zich in de stromateolieten bevinden grondig te bestuderen, hoopt de NASA te kunnen achterhalen onder welke atmosferische omstandigheden het eerste leven op aarde is ontstaan. Deze kennis kan vervolgens worden gebruikt om te bepalen of andere planeten de juiste atmosfeer bevatten om levende organismen te kunnen ondersteunen.
Volgens Brad Beboud, een van de onderzoekers van het NASA Ames Research Center, is dit mogelijk het beste voorbeeld van waar we naar moeten zoeken op andere planeten. “Het grootste deel van de tijd dat er leven was op aarde, heeft het er zo uitgezien. De planten en dieren die wij nu om ons heen hebben, geven daar geen enkele indicatie meer van.”
De NASA vermoedt dat de specifieke bacteriën die ze momenteel onderzoekt mogelijk ook op andere planeten aan de basis staan van verder geëvolueerde levensvormen dan planten en dieren. Met behulp van computermodellen en – in een later stadium – zeer krachtige telescopen, gaan de wetenschappers zoeken naar tekenen van leven op ver weg gelegen planeten.
Volgens de ruimtevaartorganisatie is het helemaal niet uitgesloten dat er zich veel meer levensvormen in het universum bevinden dan we denken. De NASA denkt dan in de eerste plaats aan levensvormen in het microbiologische stadium. Voor de planeten die te ver weg liggen om met een ruimtesonde te bezoeken, zet de organisatie telescopen in.
Hoewel de ruimtetelescopen op dit moment nog niet geavanceerd genoeg zijn om het te kunnen bewijzen, raken steeds meer wetenschappers ervan overtuigd dat het zeer goed mogelijk is dat ver weg gelegen sterrenstelsels levensvatbare planeten bevatten. Niet alleen NASA-wetenschappers, maar astronomen over de hele wereld noemen het bestaan van andere ‘aardse’ planeten een mogelijkheid.
Op de Britse ‘National Astronomy Meeting’ presenteerden Britse astronomen van het Open University team dinsdag hun theorieën over het mogelijke aantal aardse planeten in het universum. Ze denken dat grofweg de helft van alle systemen buiten ons zonnestelsel dergelijke planeten bevat. De schattingen zijn gebaseerd op wat wij nu weten over de atmosferische vereisten voor leven: niet te warm, niet te koud en aanwezigheid van voldoende vloeibaar water.
Bron: BBC en Reuters