De nieuwe baas van de ruimtevaartorganisatie NASA, Mike Griffin, wil de toekomst van de Hubble Space Telescope herbekijken. De Amerikaans-Europese telescoop werd in 2004 door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA opgegeven.
De Hubble, die vijftien jaar geleden gelanceerd werd, zou nog één onderhoudsbeurt moeten krijgen om nog enkele jaren mee te kunnen gaan. Maar in het zog van het dodelijke ongeval met het ruimteveer Columbia twee jaar geleden, besliste de vorige baas van de NASA, Sean O’Keefe, dat een Shuttlemissie te gevaarlijk is. Hij dacht vervolgens aan een robotmissie, maar blies die af vanwege de te hoge kosten en complexiteit. Daardoor zou de kijker vroeger dan verwacht – in of na 2008 – naar beneden komen en vernietigd worden in de atmosfeer, lang voor een waardig alternatief de ruimte zou kunnen ingaan.
Voorgedragen door president George Bush om opvolger van de opgestapte O’Keefe te worden, zei Griffin in het “benoemingsdebat” in de Senaat toch weer de mogelijkheid te willen onderzoeken om astronauten naar de “Rolls Royce van de astronomie” te sturen. Het was overigens Griffin zelf die het panel heeft voorgezeten die de robotmissie naar de prullenmand deed verwijzen.
Het waarschijnlijke nieuwe hoofd van de NASA voegde eraan toe die overdenking pas te doen nadat opnieuw een shuttle heeft gevlogen, wat op z’n vroegst op 15 mei kan gebeuren. De in 1990 gelanceerde Hubble zou aanvankelijk vijftien jaar werken, waarna over een verlenging met vijf jaar zou worden beslist.
Er zijn al vier opknapbeurten annex herstellingen van de Hubble geweest, de eerste in december 1993 toen de telescoop wegens een slecht geslepen hoofdspiegel een “bril” moest krijgen. De laatste, en door O’Keefe geschrapte, zou in het bijzonder dienen om batterijen en gyroscopen te vervangen. Die gyroscopen zijn nodig voor baanmanoeuvres van het gevaarte dat op 600 kilometer hoogte rond de aarde cirkelt.
Wetenschappers en ook Amerikaanse politici hadden druk uitgeoefend op de NASA om de HST nog minstens tot de lancering van zijn opvolger, de James Webb Telescope, in de ruimte te houden. De start hiervan vindt op z’n vroegst in 2011 plaats. De JWST heeft bovendien het nadeel enkel in het infrarood het heelal af te speuren.
De Hubble heeft de kennis over de kosmos ingrijpend veranderd en doet dit nog steeds. In ruil voor een participatie door het Europese ruimtevaartbureau ESA hebben Europese onderzoekers recht op twintig procent waarnemingstijd, al ligt dat in de praktijk hoger.
Bron: Spaceflight Now