Vorig jaar op 9 november vertrok ESA’s Venus Express aan boord van een Sojoez-Fregat-raket vanaf de lanceerbasis Baikonoer in Kazachstan. Op 11 april, na ongeveer vijf maanden en 400 miljoen kilometer, zal de satelliet aankomen op zijn eindbestemming, de planeet Venus.
Voordat Venus Express kan beginnen met het verkennen van Venus – de zusterplaneet van de aarde die bekend staat om haar zeer hete, dichte atmosfeer – moet een kritieke stap worden gezet, de lastigste sinds de lancering. De sonde moet namelijk in een baan rond de planeet worden gebracht. Daarvoor is een reeks handelingen en manoeuvres nodig: de Venus Orbit Insertion (VOI). Om te worden "ingevangen” door de zwaartekracht van Venus moet Venus Express flink afremmen. Dit is een kritieke manoeuvre, die precies op het juiste moment en op de juiste plaats moet worden uitgevoerd.
De VOI-fase is officieel op 4 april ingegaan en duurt nog tot 13 april 2006. Hij bestaat uit drie subfasen. De eerste daarvan betreft het zodanig klaarmaken van de satelliet dat deze in een omloopbaan kan worden gebracht. Voorkomen moet worden dat Venus Express onverwacht in de ‘veilige modus’ gaat. Dat zou de satelliet uit voorzorg kunnen doen als deze zelfstandig een probleem detecteert. Normaal gesproken is dat een zeer nuttige veiligheidsvoorziening, maar bij zo’n kritische manoeuvre is het niet wenselijk.
Daarna volgt het invangen zelf. Dat doet de satelliet door de hoofdmotor ongeveer vijftig minuten lang te laten branden, op 11 april ’s ochtends vanaf 09:17 uur.
In de derde en laatste subfase herstelt Venus Express al zijn functies, met name de communicatie met de aarde, zodat de opdrachten kunnen worden doorgegeven die tijdens de eerste omloop moeten worden uitgevoerd.
Het in een omloopbaan brengen wordt geregeld via een reeks voorgeprogrammeerde opdrachten die vier dagen voor de VOI naar de satelliet worden doorgestuurd. Die opdrachten zijn minimaal nodig om de hoofdmotor te laten ontbranden.
Alle operaties van Venus Express worden begeleid en bestuurd door het speciale grondcontroleteam van ESA’s vluchtleidingscentrum ESOC (European Spacecraft Operations Centre) in het Duitse Darmstadt.
Bron: ESA