SMART-1, ESA’s eerste missie naar de maan, eindigt op 3 september met een harde landing. Na zestien maanden onderzoek vanuit de ruimte, zal de maanverkenner nog eenmaal de wetenschappers van dienst zijn.
De maanverkenner zakt in zijn laatste omlopen rond de maan steeds een kilometer in hoogte, tot hij vermoedelijk om 7:41 uur Nederlandse tijd inslaat in het oppervlak. Dat gebeurt net naast de ‘terminator’, de grens tussen licht en donker, op het donkere deel van de maan. Daar zijn de omstandigheden voor observatie vanaf de aarde optimaal.
Geheel in stijl zijn ook de laatste momenten van de SMART-1 missie gewijd aan de wetenschap. Aan de hand van de stofwolk die ontstaat na de inslag, proberen astronomen vast te stellen uit welke materialen de bodem ter plaatse bestaat. Als het stof hoger dan twintig kilometer de ruimte in schiet, wordt het direct verlicht door de zon. Dan is de inslag ook voor amateur-astronomen en toeschouwers met een verrekijker zichtbaar.
SMART-1 werd op 27 september 2003 gelanceerd als een testplatform voor nieuwe ruimtevaarttechnologie. De satelliet gebruikte voor het eerst een elektrisch aangedreven ionenmotor voor de reis tussen twee hemellichamen. Daarnaast was hij voorzien van een autonoom navigatiesysteem en probeerde nieuwe communicatietechnieken uit voor toekomstige satellieten.
Nadat de satelliet op 15 november 2004 werd ingevangen door de aantrekkingskracht van de maan, begon het wetenschappelijke deel van de missie. Zes instrumenten bestudeerden het maanoppervlak in groot detail. Wegens succes werd de missie in juli 2005 met een jaar verlengd.
‘Het eerste deel van de wetenschappelijke missie was voor eenvoudige observaties van de maan en onderzoek naar de gedragingen van het ruimtevaartuig in de zware thermische omstandigheden rond de maan’, aldus missiewetenschapper Bernard Foing. ‘Het tweede deel was voor meer complexe wetenschappelijke operaties.’
Calcium
De D-CIXS röntgen spectrometer detecteerde voor het eerst rechtstreeks het element calcium op de maan. En de Advanced Moon Imaging Experiment (AMIE) bestudeerde het oppervlak voor het eerst met een nieuw infrarood techniek om zo de mineralogische eigenschappen van de bodem vast te stellen.
SMART-1 heeft de atlas van de maan in anderhalf jaar tijd aangevuld met duizenden waarnemingen in hoge resolutie. Lavavlaktes in de krater Billy, de potentiële landingsplaats voor bemande maanmissies Gassendi en de secundaire inslagkraters van de Gruithuisen regio zijn enkele van de hoogtepunten.
Gevangene
Toen SMART-1 werd ingevangen door de maan, was nog zeven van de 84 kilo xenongas aan boord over voor manoeuvres met de ionenmotor. Dat was genoeg om de wetenschappelijke missie van de satelliet te verlengen, maar niet om hem de diepe ruimte in te sturen. Hij was dus letterlijk een ‘gevangene’ van de maan.
Een inslaglocatie die zichtbaar is vanaf de aarde
Als de missieleiding niet had ingegrepen, was de missie op 17 augustus geëindigd aan de achterkant van de maan. Twee weken van manoeuvres tussen 19 juni en 2 juli zorgden voor een missieverlenging van nog eens drie weken én een inslaglocatie die zichtbaar is vanaf de aarde.
Schade voor de maan zal de inslag niet opleveren. Sinds 1959 zijn tientallen ruimtesondes op de maan ingeslagen, stuk voor stuk met een hardere klap dan SMART-1. De krater van de klap wordt vermoedelijk drie tot tien meter in doorsnee en één meter diep. Een minikrater, vergeleken bij de honderdduizend kraters groter dan vier kilometer die de maan zijn pokdalige uiterlijk geven.
Live voor de media
Media kunnen het einde van de maanmissie SMART-1 volgen bij ESA’s grondcontrolecentrum ESOC in Darmstadt, Duitsland. Het feitelijke ‘loss of signal’ is in de morgen van 3 september live te zien. De bijeenkomst wordt afgesloten met een persconferentie over de resultaten van de SMART-1 missie op 4 september.
Bron: ESA