Ruimtesonde Mariner 4 vloog door staart van komeet

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Geen categorie

Op 14 juli 1965 zorgde de Mariner 4 voor de eerste close-up foto’s van Mars. Het ruimteschip passeerde Mars, nadat het 228 dagen onderweg was geweest, op een afstand van 9846 kilometer. De sonde nam 22 foto’s (1% van het Marsoppervlak). Op de foto’s stond een groot niemandsland, met een zandtapijt en overal kraters. Nu, na ruim 40 jaar, blijkt dat de sonde aan het einde van zijn missie geteisterd is door een hevige meteorenstorm, die enkele instrumenten blijvend beschadigden, aldus Paul Weigert.

Zes andere sondes hadden reeds geprobeerd om Mars te bereiken en foto’s te maken van het Martiaanse oppervlak. Sinds de dagen van H.G. Putten (1898), hadden mensen over het leven op Mars gehoord en zij wisten zeker dat er kanalen en steden op Mars waren. Maar na tientallen jaren wachttijd, werd duidelijk dat dit niet het geval was. Geen steden, kanalen en Martiaans leven. Het enige wat te zien was op de foto’s was zand en vele kraters.

Na de fly-by van Mariner 4 werd het op 15 september 1967 akelig stil. Wetenschappers op aarde wisten niet wat er aan de hand was met de sonde, die tijdens de fly-by niets mankeerde. De brandstof van Mariner 4 raakte op en het einde van de missie begon in zicht te komen. Nu, na ruim 40 jaar, kan de oorzaak van het vroegtijdige einde worden verklaart.

Volgens Bill Cooke, het hoofd van het ‘Bureau van het milieu’ in Huntsville, is Mariner 4 in 1965 geteisterd door een hevige meteorenstorm. "45 minuten lang voer het ruimtevaartuig door een meteorenstorm van de Leoniden, zó hevig dat het omschreven kan worden als ‘meteorenonweer’. Het kwam als een grote verassing en het was een raadsel in die tijd wat de ruimtesonde geteisterd had na de fly-by.”

Bijna 40 jaar bleef de bron een geheim. Maar nu, kan de meteoordeskundige Paul Weigert van de Universiteit van Ontario de gebeurtenis verklaren. Volgens Weigert werd de meteorenstorm veroorzaakt door een ‘donkere komeet’, genaamd D/1895 (Vlug) Q1 of D/Swift. De ruimtesonde moet op 15 september 1967 door het centrum van de staart van de komeet zijn gevlogen, waardoor er duizenden meteoren door de ruimte vlogen.

Komeet D/Swift werd als eerst gezien in augustus 1895 door de komeetjager Lewis A. Swift. D/Swift werd in februari 1896 in ons zonnestelsel voor het laatst gezien, en is sindsdien nooit meer waargenomen, al wijst zijn baan erop dat de komeet elke 5 jaar terug moet keren.

Vanaf het oppervlak van de planeet Mars gezien, moet de meteorenstorm een werkelijk spektakel zijn geweest. Tijdens het hoogtepunt moeten er vanaf het Martiaanse oppervlak duizenden meteoren per uur gezien zijn geweest.

Bron: Universe Today