Op een nieuwe foto van de Cassini ruimtesonde die op 1 augustus jongstleden werd gemaakt is een open sterrenhoop te zien, genaamd M45. De Pleiaden, Zevengesternte (M45), is een open sterrenhoop in het sterrenbeeld Stier (Taurus). De sterrenhoop bevindt zich op ongeveer 440 lichtjaren van de aarde.
Met het blote oog ziet men in een stedelijke omgeving 5 of 6 sterren, maar in een volledig donkere omgeving zijn met scherpe ogen wel 9 of 10 sterren zichtbaar; door een verrekijker of telescoop – afhankelijk van de sterkte – zelf tientallen tot maximaal ongeveer 500.
In 1767 postuleerde John Michell dat de kans op een toevallige samenstand van de sterren van de Pleiaden zo klein moest zijn dat het hier wel om een fysiek aan elkaar gerelateerde groep sterren moest gaan. Latere studies van de eigenbeweging van de individuele sterren bewezen dat hij gelijk had en dat de sterren gezamenlijk als een groep door de ruimte bewegen.
M45 werd gefotografeerd door Cassini op 1 augustus 2006
In 1769 nam Charles Messier de sterrenhoop op in zijn catalogus als nummer 45. Het feit dat Messier de Pleiaden tezamen met de Orionnevel (M42 en M43) en de open sterrenhoop M44 (Praesepe} in de Kreeft in zijn catalogus opnam is enigszins vreemd daar deze objecten moeilijk met kometen verward kunnen worden, het doel van Messier voor zijn catalogus. Er zijn verschillende theorieën hiervoor waaronder de speculatie dat Messier méér objecten in zijn catalogus wilde opnemen dan in die van Nicolas Louis de Lacaille die 42 objecten in zijn catalogus opnam.
Omdat de Pleiaden vlak bij de ecliptica staan worden ze af en toe bedekt door de maan of nog minder vaak door één van de planeten.
De Pleiaden werden door astronomen oorspronkelijk geschat op ongeveer 408 lichtjaar van de aarde te staan totdat de ruimtesonde Hipparcos de parallax van de sterren van de groep bepaalde en daarmee de afstand op 380 lichtjaar vaststelde. Deze waarde stemde echter niet overeen met de relatief zwakke helderheid van de sterren. Latere waarnemingen van onder andere de Hubble Space Telescope hebben dan ook aangetoond dat de Hipparcos waarde systematisch fout was en de modernste parallax metingen geven een afstand van rond de 440 lichtjaar.
De sterrenhoop heeft een afmeting van zo’n 12 lichtjaar en bevat minstens 500 sterren waarvan er enkele tientallen tot één à twee honderd met een amateur telescoop te zien zijn. De helderste sterren zijn van type B. Wellicht een kwart van de sterren in de Pleiaden zijn echter bruine dwergen, “sterren” die te licht zijn om in hun kernen waterstof om te zetten in helium en die hun energie hoofdzakelijk in het infrarode deel van het spectrum uitzenden.
Hiernaast zijn er ook witte dwergen in de sterrenhoop aangetoond. Omdat witte dwergen gewoonlijk aan het einde van het leven van relatief lichte sterren ontstaan en omdat dat proces veel langer zou moeten duren dan de leeftijd van de groep moeten zij op een andere manier zijn ontstaan dan gewoonlijk wordt aangenomen. Waarschijnlijk zijn het veel zwaardere sterren geweest die deel uitmaakte van een binair systeem of die door een bijzonder snelle rotatiesnelheid een belangrijk deel van hun massa hebben verloren en dus licht genoeg werden om een witte dwerg te vormen in een veel kortere tijd dan normaal.
Sterren evolueren al naar gelang hun massa. Lichte sterren zoals onze zon verbruiken hun voorraad waterstof in een relatief langzaam tempo, in het geval van onze eigen zon een proces dat al ongeveer 5 miljard jaar bezig is en nog 5 miljard jaar zal duren. Zwaardere sterren verbruiken hun brandstof veel sneller, in het geval van sommige reuzensterren in slechts enkele tientallen miljoenen jaren. De leeftijd van sterrenhopen kan hierdoor bepaald worden door te zien wat de massa is van de zwaarste sterren die zich volgens het Hertzsprung-Russelldiagram nog op de hoofdreeks bevinden. Volgens deze methode is de leeftijd van de Pleiaden bepaald op zo’n 100 miljoen jaar.
Binnen ongeveer 250 miljoen jaar vanaf het ontstaan van de groep zullen de sterren zo ver uit elkaar raken dat zij niet meer gravitationeel aan elkaar gebonden zullen zijn en de sterrenhoop als zodanig dus uit elkaar zal vallen.
In de buurt van deze sterrengroep bevinden zich veel stofwolken in de interstellaire ruimte. Het helderste deel hiervan, de nevel bij Merope, heeft aanduiding NGC 1435, en is te zien met een donkere hemel en een telescoop met een diameter van minimaal 10 cm (met een mindere kijker of met het blote oog zijn de Pleiaden ook de moeite van het bekijken waard). Zoals algemeen werd aangenomen is deze nevel niet de nevel waaruit de Pleiaden zijn ontstaan. Met een leeftijd van 100 miljoen jaar zijn de restanten van die nevel door onder andere “sterrenwind” al lang verdreven. Toevalligerwijs bewegen de Pleiaden sterren zich thans door een wolk van interstellaire materie.
Bron: NASA