Het oppervlak en de diepte van het ozongat boven het Zuidpoolgebied zijn dit jaar uitzonderlijk groot. Dit volgt uit satellietmetingen, aldus het KNMI woensdag.
In de analyse van het KNMI was op 25 en 26 september het ozonverlies even groot als het record in het jaar 2000. Het ozonverlies is de maat voor de hoeveelheid ozon die is afgebroken.
Het KNMI meet sinds 1995 de dikte van de ozonlaag met satellietinstrumenten. Het ozongat ontstaat sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw jaarlijks in de lente (bij ons is het dan herfst) boven het Zuidpoolgebied.
De ozon wordt afgebroken door chloor, dat afkomstig is uit chloorfluorkoolstoffen (CFK’s), die vroeger werden gebruikt in onder meer spuitbussen en koelkasten.
Voor de snelle afbraak van ozon moet het zeer koud zijn en is zonlicht nodig. Dit is in het vroege voorjaar op de Zuidpool het geval. Dit jaar is de temperatuur in het ozongat boven het Zuidpoolgebied lager dan ooit sinds het begin van de satellietmetingen in 1979, wat het extreme ozonverlies van dit jaar mede verklaart, aldus het KNMI.
CFK’s worden overigens sinds eind jaren tachtig nauwelijks meer gebruikt en de hoeveelheid CFK’s in de atmosfeer neemt al enkele jaren langzaam af. De verwachting is dan ook dat het ozongat in de loop van deze eeuw zal herstellen, zegt het weerinstituut.
Het herstel wordt wel vertraagd door een geleidelijke afname van de temperatuur in de ozonlaag, die het gevolg is van het door de mens veroorzaakte broeikaseffect. Dit effect leidt tot hogere temperaturen bij het aardoppervlak, maar tot lagere temperaturen op de hoogten van 10 tot 25 km, waar de ozonlaag zich bevindt.
Het grote ozonverlies van dit jaar maakt duidelijk dat van een begin van herstel van het ozongat nog geen sprake is, aldus het KNMI.
Bron: ANP