Het Amerikaanse ruimtevaartbureau NASA heeft het licht op groen gezet om het ruimteveer Discovery in de vroege ochtend van 8 december naar het Internationaal Ruimtestation ISS te slingeren, zo heeft vicehoofd Bill Gerstenmaier op Cape Canaveral bekendgemaakt.
De Discovery, die al zijn derde missie toe is na het dodelijke ongeluk met het ruimteveer Columbia begin 2003, vertrekt om 03.36 uur Nederlandse tijd. Het is sinds dat ongeval meteen de eerste lancering bij nacht.
De Shuttle brengt de Amerikaanse astronaute Sunita Williams naar het ISS voor een verblijf tot komende zomer en ter aflossing van de in juli vertrokken Duitse astronaut Thomas Reiter, de eerste van het Europese ruimtevaartorganisatie ESA die er lang woont en werkt. Eveneens deel uitmakend van de zevenkoppige bemanning is ESA-astronaut Christer Fuglesang. De Zweed is aan zijn eerste missie toe.
De bemanning staat voor de meest gecompliceerde opdracht nadat al tijdens de jongste missie van de Atlantis het aanhechten van twee nieuwe zonnepanelen als de moeilijkste opdracht ooit werd bestempeld. Bedoeling is een door de Discovery meegevoerd gebinte (P5) van elf miljoen dollar en zo groot als een container te installeren. Later moeten daar ook zonnepanelen aan komen.
De klus dient geklaard tijdens drie ruimtewandelingen, zonder een dag rust daartussen. Elke dag stuurt de vluchtleiding in Houston zowat 4000 bevelen naar het ISS, waar dat tijdens de aanhechting van de zonnepanelen in juli op de piekdag “slechts” 11.158 signalen was, aldus Gerstenmaier.
De Discovery heeft tot 17 december om naar het ISS te vliegen. De na Columbia ingevoerde regel om bij daglicht te vertrekken (teneinde van de enorme brandstoftank afkomende stukken piepschuim te filmen) is afgevoerd nadat gebleken is dat de lancering tijdens de eerste twee kritische minuten een zodanig vuurwerk geeft dat er voldoende licht is. Bovendien is met een verlengstuk van de robotarm de buitenzijde van de shuttle nu “van kop tot teen” tijdens de vlucht te inspecteren.