COROT is begin van nieuw tijdperk in astronomie

Voor astronomen die op zoek zijn naar planeten buiten ons zonnestelsel wordt 21 december een belangrijke dag. CNES en ESA lanceren dan COROT, de eerste ruimtemissie die volledig is gewijd aan het onderzoek naar exoplaneten. COROT moet tijdens zijn twee jaar durende missie het aantal gevonden exoplaneten drastisch vergroten. En bovendien de eerste rotsachtige planeten waarnemen, misschien wel met slechts een paar keer de massa van onze aarde.

“Deze telescoop kan zoveel exoplaneten waarnemen, dat astronomen er een statistische studie van kunnen maken”, zegt Malcolm Fridlund, ESA’s missiewetenschappers voor COROT. “Ze kunnen dan een voorspelling doen over het aantal en type planeten dat te vinden is rond andere sterren.”

De astronomie veranderde voorgoed op 6 oktober 1995 toen de astronomen Michel Mayor en Didier Queloz van het Geneefse Observatorium de eerste exoplaneet vonden. Niet veel later ontdekte een Amerikaans team onder leiding van Geoff Marcy en Paul Butler een groot aantal andere werelden buiten ons zonnestelsel.

Geen van de exoplaneten is ooit rechtstreeks waargenomen. Ze zijn ontdekt door een kleine schommeling in hun moederster, veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de exoplaneet. Als de ster van ons af beweegt, wordt het licht dat hij uitstraalt roder. Beweegt hij naar ons toe, dan wordt het blauwer. Met behulp van deze methode kunnen astronomen vrij nauwkeurig vaststellen hoe zwaar de planeet is en hoe lang hij doet over een rondje om zijn ster.

COROT gebruikt een andere detectietechniek. Als een planeet voor een ster langs beweegt, ontstaat een silhouet. Iedereen heeft dat kunnen zien op 8 juni 2004, toen Venus als een zwarte stip langs over het oppervlak van de zon trok. COROT is ontworpen om het silhouet van exoplaneten op te sporen. Hij zoekt naar kleine dips in het sterrenlicht, veroorzaakt door een passerende planeet.

COROT is de eerste missie die kleinere, rotsachtige werelden kan spotten in een baan dichtbij de moederster. Daarmee baant hij de weg voor NASA’s Kepler-missie, die in oktober 2008 wordt gelanceerd. Kepler gebruikt dezelfde methode, maar kan ook kleine rotsachtige planeten zien in een baan vergelijkbaar met die van onze aarde.

In de toekomst wordt het onderzoek naar exoplaneten steeds verder uitgebreid en aangescherpt. Nieuwe technieken moeten het mogelijk maken om door exoplaneten gereflecteerd sterrenlicht op te vangen. Aan de hand daarvan kan de samenstelling van de planeet worden vastgesteld. Bij een tweeling-aarde zou met deze methode zelfs zichtbaar kunnen worden dat er sprake is van leven. ESA ontwikkelt de techniek voor deze missie onder de naam Darwin. De lancering is op z’n vroegst in 2020.

Bron: ESA