Een nieuw foto van de Hubble Space Telescope toont N90, één van de stervormingsgebieden in de Kleine Magellaanse Wolk. De rijke bevolking van de hier gevonden jonge sterren, laat astronomen toe om het vormingsproces van sterren in een milieu dat erg verschillend is dan in ons eigen melkwegstelsel. Het nieuwe beeld toont heldere, blauwe, onlangs gevormde sterren genomen die deel uit maken van het stervormingsgebied.
N90 is gevestigd aan de rand van de Kleine Magellaanse Wolk en staat in het sterrenbeeld Toekan (Tucana). Het stervormingsgebied bevindt zich op een afstand van ongeveer 190.000 lichtjaar van de aarde. De massa bedraagt ongeveer 1 miljard zonnemassa’s. Er zijn aanwijzingen dat de Kleine Magelhaense wolk uit twee afzonderlijke delen bestaat die vanuit de aarde gezien achter elkaar liggen.
De nabijheid van N90 maakt het mogelijk om het vormingsproces van jonge sterren te bestuderen. De Kleine Magellaanse Wolk wordt beschouwd als dé plek waar de primitieve bouwstenen van grotere sterrenstelsels zich bevinden. De studie van stervorming binnen N90 is bijzonder interessant voor astronomen, omdat zijn primitieve aard betekent dat het een groot percentage zwaardere elementen niet bezit die in opeenvolgende generaties van sterren door kernfusie ontstaan zijn.
De Hubble Space Telescoop wordt vaak gebruikt om de gebieden van de stergeboorte waar te nemen, maar N90 is toch wel het meest fascinerende gebied dat tot nu toe werd geobserveerd. In het centrum van N90 ligt NGC602, een vrij geïsoleerde sterrenhoop waarvan het milieu gelijk is aan het milieu van het vroegere heelal. Het bestaan van donkere wolken van dicht stof en de aanwezigheid van geïoniseerd gas duiden erop dat er momenteel sterren ontstaan.
Een internationaal team van astronomen, dat door Antonella Nota van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA wordt geleid, heeft een bevolking van kleine, pasgeboren sterren ontdekt in het gebied. Deze sterren hebben veel aandacht gekregen van astronomen, omdat zij zich nog vormden toen de gaswolken in N90 instortten door de zwaartekracht in het centrum van het stervormingsgebied. Vooralsnog zijn de kernen van deze sterren nog niet heet genoeg om waterstof in helium om te zetten.
Bron: SpaceTelescope