Nederland zal niet overstromen, maar de zeespiegel voor de kust zal in de periode tot 2100 wel hoger uitkomen dan in de rest van de wereld. Dat stelden het Nederlandse Milieu- en Planbureau (MNP) en het Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut (KNMI) vandaag na de publicatie van het klimaatrapport van de Verenigde Naties.
Het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) stelt in het in Parijs gepresenteerde rapport dat de zeespiegel in de periode tot 2001 18 tot 59 centimeter zal stijgen. Dat is een nauwere marge dan het panel zijn laatste rapport in 2001 aanhield. Toen was sprake van een stijging tussen de 9 en 88 centimeter. De nieuwe berekeningen zijn het gevolg van betere kennis over het uitzetten van warmer water.
Volgens de NMP en het KNMI is er geen groot risico dat Nederland onder water komt te staan. De instellingen gaan er van uit dat de zeespiegel voor de Nederlandse kunst 85 centimeter zal stijgen. Bij een stijging van minder 1 meter per eeuw en een totale stijging van minder dan 5 meter op zeer lange termijn is met de bestaande technieken en het huidige kostenniveau de zeebescherming op peil te houden, aldus KNMI en NMP.
Het door het klimaatpanel geformuleerde slechtste scenario, een toename van de temperatuur met 6,4 procent tegen 2100, betekent een zeer snelle toename van de opwarming van het klimaat, zo zegt UCL-klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele. Bij wijze van vergelijking stipt hij aan dat de toename van de gemiddelde temperatuur op aarde tussen de jongste IJstijd (20.000 jaar geleden) en de industriële periode, niet meer dan 4,5 procent bedraagt. Volgens Van Ypersele zal een dergelijke stijging van de temperatuur “zijn weerslag hebben op de bewoonbaarheid van de planeet”.
De hoofdfactor van de opwarming van het klimaat is de enorme stijging van de uitstoot van kooldioxide (CO2) – het gas dat vrijkomt bij de verbranding van fossiele energie in vervoer, industrie en verwarming – in de twintigste eeuw. Die uitstoot blijft nog toenemen. Zo bedroeg bijvoorbeeld de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen in de jaren negentig 23,5 miljard ton per jaar, en 26,5 miljard ton per jaar tussen 2000 en 2005. De evolutie van de emissies zal afhangen van de beslissingen die de overheden, de bedrijven en de burgers de komende jaren treffen.
Het IPPC-verslag, dat een vijftiental pagina’s telt, vormt een beslissingsbasis die de politieke en economische verantwoordelijken kunnen gebruiken om maatregelen te treffen in de strijd tegen de opwarming van de planeet. “Het klimaatpanel is geen pressiegroep”, aldus Van Ypersele. “Het is een groep wetenschappers die nadenken over het klimaatvoorstel en die projecties maken, maar geen voorspellingen”, beklemtoont hij.
Persoonlijk hoopt hij dat iedereen bewust wordt van wat er op het spel staat. Jean-Pascal van Ypersele verheugt zich over het feit dat 300.000 gezinnen donderdagavond vijf minuten lang geen elektriciteit hebben verbruikt. “Het is een symbool, maar het bewijst de bezorgdheid van veel mensen.”
In april wordt een ander rapport van de IPPC gepubliceerd in Brussel. Dat houdt zich specifiek bezig met de invloed van de klimaatverandering op de gezondheid en de mondiale economie.
Bron: Belga