De koolmonoxide (CO) die tijdens het bosbrandenseizoen boven Australië hangt, is voor een groot deel niet afkomstig van Australische, maar van Zuid-Amerikaanse bosbranden. Dat bevestigen metingen met het Nederlands-Duitse satellietinstrument SCIAMACHY vanaf ESA’s milieusatelliet Envisat.
Annemieke Gloudemans van het Nederlands ruimteonderzoekinstituut SRON presenteert dit onderzoek volgende week tijdens de internationale Envisat-conferentie in Montreux. “Goede ruimtesensoren zijn essentieel om de emissiebronnen in kaart te kunnen brengen, en Nederland speelt daarbij een belangijke rol.”
Het bosbrandseizoen van Australië is berucht. Afhankelijk van de droogte is een groot deel van het continent tussen de maanden oktober en maart in de ban van brand. De directe gevolgen voor mens en milieu zijn desastreus, mede door het giftige koolmonoxide dat vrijkomt bij de branden. Gloudemans: “Verbranding van biomassa is op het zuidelijk halfrond de grootste bron van koolmonoxide in de onderste lagen van de atmosfeer”.
Uniek aan de sensoren van SCIAMACHY, die zo’n tien jaar geleden werden ontwikkeld door SRON, is het feit dat ze koolmonoxide kunnen detecteren door de hele atmosfeer, van de bovenste lagen tot op de grond. “Hiermee kunnen we dus de bronnen van koolmonoxide in kaart brengen en kijken waar het naartoe waait”, aldus Gloudemans. “Dat hebben we gedaan voor alle continenten op het zuidelijk halfrond: Zuid-Amerika, Australië en zuidelijk Afrika, met verrassende resultaten.”
Bron: ESA