Een nieuwe blik op Titan door Huygens

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Geen categorie

Twee en een half jaar na de historische landing van ESA’s Huygens-sonde op Titan is een nieuwe reeks resultaten over de grootste maan van Saturnus klaar voor presentatie. Volgens de wetenschappers heeft Titan, gezien door de ogen van Huygens, nog altijd grote verrassingen in petto.

Op 14 januari 2005 daalde ESA’s Huygens-sonde aan een parachute in twee uur en 28 minuten af naar het oppervlak van Titan. De sonde bleef daarna nog zeventig minuten gegevens doorsturen, tot Cassini buiten bereik was.

Op 8 december van hetzelfde jaar publiceerde een team wetenschappers hun eerste bevindingen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Nu, na nog anderhalf jaar geduldig werk, kunnen ze met de nieuwe onderzoeksresultaten Titan scherper in beeld brengen.

Computermodellen op basis van de sondegegevens laten Titan zien als een actieve wereld die in veel opzichten sterk op de aarde lijkt.

Tijdens de afdaling bleek de atmosfeer waziger te zijn dan verwacht. Die nevel is het gevolg van stofdeeltjes: de zogenaamde aërosolen. Om meer te weten te komen over hoe die aërosolen te interpreteren is een speciale ruimte ingericht waarin de atmosfeer van Titan wordt gesimuleerd.

Na veertig kilometer afdaling verdween de nevel en konden Huygens’ camera’s de eerste duidelijke opnames van het oppervlak maken. Er verscheen een buitengewoon landschap met duidelijke sporen van erosie veroorzaakt door een stromende vloeistof, mogelijk methaan. Door beelden van Cassini te koppelen aan de waarnemingen van Huygens op het oppervlak zelf, kan worden nagegaan onder welke omstandigheden dit geërodeerde Titanlandschap is ontstaan.

Tijdens de afdaling werd de sonde door de winden op Titan over het oppervlak verplaatst. Op basis daarvan is een nieuw model gemaakt waarin de atmosfeer wordt voorgesteld als een reusachtige transportband die het gas van de Zuidpool naar de Noordpool verplaatst en weer terug.

Een andere ontdekking die onder astronomen voor veel enthousiasme heeft gezorgd, is de mogelijke aanwezigheid van een extreem lage frequentie (ELF). Als dit inderdaad een natuurlijk verschijnsel blijkt te zijn, wordt onderzocht of de maan ondergronds wellicht een oceaan herbergt.

Huygens’ afdaling naar het oppervlak van Titan is onderwerp van zeer intensief onderzoek, waarover veelvuldig is gepubliceerd. Na een storing aan boord van Cassini moesten wetenschappers het stellen zonder gegevens van het Doppler Wind Experiment (DWE). Daarop is de informatie van op Huygens gerichte radiotelescopen op aarde uitgebreid onderzocht. Technici en wetenschappers slaagden erin om de verplaatsingen van de sonde te traceren. Aan de hand daarvan zijn de winden op Titan nauwkeurig in beeld gebracht en konden sommige beelden en gegevens van Huygens in de juiste context worden gezet.

Het nieuwe materiaal dat is verzameld via grondige analyse van een grote hoeveelheid gegevens afkomstig van Huygens’ instrumenten en sensoren betekent dat de verplaatsingen van de sonde nu nauwkeuriger dan ooit in kaart kunnen worden gebracht.