Meer dan 500 jaar geleden zorgde de reizen van Columbus naar de Nieuwe Wereld en de ontdekkingen die hij maakte voor nogal wat opwinding in Europa. Nu groeit met de komende lancering van ESA’s ruimtelaboratorium Columbus met de Space Shuttle Atlantis de opwinding opnieuw aan de twee kanten van de Atlantische Oceaan.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA is begonnen met de voorbereiding van de Space Shuttle Atlantis voor zijn heel bijzondere missie, die normaal in december van start gaat.
Columbus werd op 30 mei vorig jaar naar Florida overgevlogen. Eerder dit jaar werd de 12,8 ton zware laboratoriummodule voor het International Space Station (ISS) uit zijn tijdelijke bewaarplaats weggehaald om volledig uitgerust te worden met racks voor instrumenten en hardware.
Ingenieurs zorgen er momenteel voor dat de aluminium cilinder met een diameter van 4,5 meter stevig in het laadruimte van de Shuttle kan verankerd worden. De volgende stap is het monteren van panelen die het labo moeten beschermen tegen inslagen van micrometeorieten.
Na een zomerpauze zal het luik van Columbus begin oktober weer worden opengemaakt. Dan beginnen de laatste voorbereidingen voor de vlucht met lektesten van het waterkoelsysteem, een controle van de druk en het aanzetten van de elektrische systemen.
Wanneer de zegels voor het koppelmechanisme van de module in positie staan wordt Columbus in een speciaal omhulsel getransporteerd naar het lanceerplatform.
‘De lancering van Columbus zal een belangrijke mijlpaal zijn in de Europese ruimtevaart’, zegt Bernardo Patti, projectmanager van Columbus.
‘Columbus moest eigenlijk al in 2002 gelanceerd worden, maar vertragingen bij de bouw van het ISS en het tragische verlies van de Space Shuttle Columbia hebben de vlucht vijf jaar verschoven.’
‘Wanneer Columbus operationeel is, zullen we permanent aanwezig zijn aan boord van het ruimtestation. We zullen onze eigen stuk onroerend goed hebben in het ISS.’
‘Met Columbus en de ruimtelaboratorium Automated Transfer Vehicle zal ESA als een volwaardige partner zijn wetenschappelijke doelstellingen kunnen realiseren. Europa zal zijn verwezenlijkingen met andere ISS-deelnemers kunnen delen in plaats van ze simpelweg via anderen te verwerven.’
Columbus zal overigens niet de enige ESA-vertegenwoordiger zijn op vlucht STS-122 van de spaceshuttle. Onder de zeven bemanningsleden bevinden zich ook de ESA-stronauten Hans Schlegel en Léopold Eyharts.
Schlegel zal een belangrijke rol spelen tijdens twee ruimtewandelingen. Daarbij zal hij Columbus helpen installeren en operationeel maken. Hij zal ook twee wetenschappelijke experimenten aan de buitenkant van Columbus aanbrengen.
Léopold Eyharts zal van zijn kant een groot deel van de activering van Columbus en de eerste activiteiten aan boord voor zijn rekening nemen. De Belgische ESA-astronaut Frank de Winne is reserve voor Eyharts. Na de terugkeer van de Shuttle zullen Eyharts, die aan boord blijft van het ISS, en de andere leden van de vaste ISS-bemanning beginnen met de eerste wetenschappelijke experimenten.