Enorme leegte in het heelal ontdekt

Sterrenkundigen van de Universiteit van Minnesota hebben in de ruimte een enorme leegte ontdekt van bijna een miljard lichtjaar doorsnede, waar niet alleen gewone materie ontbreekt, maar waar ook de donkere materie afwezig lijkt te zijn. Er waren al eerder van dat soort gaten (voids) in het heelal ontdekt, maar eentje van deze omvang was nog niet eerder bekend. De omvang van de leegte is ook niet te verklaren met de huidige heelalmodellen.

De leegte bevindt zich in de richting van het sterrenbeeld Eridanus, ten zuidwesten van Orion, en de groep sterrenkundigen onder leiding van Lawrence Rudnick ontdekte de leegte met behulp van de gegevens uit de NRAO VLA Sky Survey (NVSS). Uit die gegevens bleek dat er veel minder sterrenstelsels in Eridanus voorkomen. De plek was al in 2004 door de Wilkinson Microwave Anisotopy Probe (WMAP; alweer een afkorting. We blijven vandaag bezig) satelliet opgemerkt bij het maken van een kaart van de temperatuurverschillen in de kosmische microgolfachtergrondstraling (de cosmic backgroundradiation, oftewel de CMB, om er maar weer eens een afkorting tegenaan te gooien). Die plek werd daarom al de WMAP Cold Spot genoemd. De vraag was of die koude plek iets was van kort na de oerknal of dat het iets was van latere periodes (en dus dichterbij ons). In dat laatste geval moest de CMB die plek passeren en wijzigde de temperatuur ervan.

De resultaten van Rudnick et al geven duidelijkheid over deze vraag: de WMAP cold spot is géén structuur in het vroege heelal, maar is van latere datum. De leegte staat ongeveer 6 tot 10 miljard lichtjaar van ons vandaan en dat betekent dus dat het gat bijna 4 tot 7 miljard jaar ná de oerknal is gevormd. De fotonen van de CMB die de leegte op weg naar de Aarde passeren verliezen een klein beetje van hun energie doordat de zogenaamde donkere energie inwerkt op die fotonen. Die donkere energie is overal in het heelal aanwezig met overal dezelfde energiedichtheid (10−29 gr/cm3) en de werking van de donkere energie is tegengesteld aan die van de zwaartekracht, dus afstotend.

Bij plaatsen met veel massa zullen passerende CMB-fotonen door de combinatie van donkere energie en de aanwezige massa een beetje energie winnen en bij plaatsen met weinig massa, de Eridanusleegte bijvoorbeeld, zullen de fotonen iets van hun energie verliezen. En dat levert in de WMAP-kaart een koude plek op (in de figuur hieronder is die plek links te zien. De satelliet linksboven is de WMAP, linksonder de radiotelescopen van de VLA). Binnenkort verschijnt er een artikel van Lawrence Rudnick, Shea Brown en Liliya R. Williams in het vakblad The Astrophysical Journal over de ontdekking.