In de zogenaamde ‘cleanrooms’ van het Kennedy Space Center, het Johnson Space Center en het Jet Propulsion Laboratory zijn bacteriën gevonden. Deze cleanrooms gelden als één van de meest schone plekken op onze planeet en worden gebruikt om satellieten en ruimtesondes te controleren en gereed te maken voor de lancering. Wetenschappers bij de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA vermoeden nu dat deze bacteriën mee naar de ruimte zijn gereisd. Het betreffen bacteriën die bijna tegen alle omstandigheden kunnen. Zitten er misschien buitenaardse bacteriën tussen?
Eén van de gevonden bacteriën is de bacterie Methylobacterium. Deze bacterie vindt hoge temperaturen, een hoge hoeveelheid chloor en een hoge zuurgraad geen enkel probleem. Deze bacterie zou wellicht op de voor ons meest onleefbare plekken kunnen overleven. Wetenschappers vinden het vreemd dat deze bacterie is gelanceerd naar de ruimte met satellieten en sondes, want de ruimtevaartorganisatie maken vaartuigen die de ruimte in gaan altijd schoon met ultraviolet licht en andere chemische stoffen. Methylobacterium is één van de stress-beschermende bacteriën op aarde.
De ruimtevaartorganisatie NASA gaat binnenkort alle gegevens van ruimtevaartuigen nog eens goed bekijken. Wetenschappers willen namelijk zeker weten of er geen buitenaardse bacteriën op onze planeet terecht zijn gekomen.
De ruimtevaartorganisatie benadrukt dat de Vikingrovers geen bacteriën mee naar Mars hebben verscheept, maar wie weet hebben andere ruimtevaartuigen al levensvormen achtergelaten op hemellichamen in ons zonnestelsel. Het is trouwens strikt verboden om bacteriën mee te nemen naar de ruimte, zo valt te lezen in de reglementen van de Verenigde Naties.