NASA’s ruimtesonde Dawn is vanmiddag om 13.34 uur Nederlandse tijd gelanceerd vanaf het Kennedy Space Center in de Amerikaanse staat Florida. De Dawn ruimtesonde zal net als de sonde SMART-1 gebruik maken van een ionenmotor. De sonde komt in 2011 aan bij de asteroïde Vesta en in 2015 bij de ‘babyplaneet’ Ceres. Dit is de eerste keer dat een ruimtesonde de asteroïdengordel zal gaan onderzoeken en tevens de eerste keer dat een sonde twee doelen voor ogen heeft. De missie kost de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie ongeveer 410 miljoen euro. Nadat de lancering van de sonde meerdere malen was uitgesteld vertrokken Dawn en een Delta-2 raket dan eindelijk naar de ruimte.
Eigenlijk zou de sonde al op 27 mei 2006 gelanceerd worden, maar door het te krappe budget van de NASA werd de missie definitief uitgesteld, tenminste, zo leek het. Maar eind 2006 besloot de ruimtevaartorganisatie toch door te gaan met de voorbereidingen van de volgens wetenschappers veelbelovende missie. De lancering van Dawn stond eerder voor woensdag gepland, maar door barre weersomstandigheden konden de technici de tank van de raket die de sonde in de ruimte moest brengen niet optijd vullen. In begin juli werd de lancering ook al een paar keer uitgesteld.
Het eerste doel van Dawn is de planetoïde Vesta. Vesta was de op twee na grootste planetoïde in ons zonnestelsel, maar nadat zijn broertje Ceres werd uitgeroepen tot dwergplaneet werd het object de grootste planetoïde, en is tussen de 470 en 530 kilometer in diameter. Het is tevens de enige planetoïde die met het blote oog zichtbaar is aan de hemel onder goede omstandigheden. Nadat de sonde in 2010 Vesta bezoekt is Ceres in 2014 aan de beurt. Ceres was de grootste planetoïde in ons zonnestelsel tot 2006 en is nu een dwergplaneet, net als Pluto. Ceres is de eerste ‘babyplaneet’ die ooit is ontdekt.
Artistieke impressie van Dawn in de asteroïdegordel.