Het jaar 2007 is het tweede opeenvolgende recordwarme. De gemiddelde temperatuur was in De Bilt 11,2 graden, net als vorig jaar. Daarmee zijn 2006 en 2007 de warmste jaren ooit, dat wil zeggen in tenminste drie eeuwen, zolang in ons land wordt gemeten.
Zo’n jaartemperatuur is ongeveer normaal voor het gebied tussen Lyon en Grenoble in Zuid-Frankrijk. In De Bilt bedraagt het langjarig gemiddelde 9,8 graden (1971-2000). In de eerste jaren van de 21e eeuw lag het jaargemiddelde steeds tussen 10,3 en 11,2 graden, ruim boven de norm dus. Acht van de tien warmste jaren in de reeks van 300 jaar zijn voorgekomen na 1988.
Onderzoekers van het KNMI zien in de opeenvolging van warme jaren een bevestiging van de trend naar warmer weer. De belangrijkste factor achter de recente hoge temperaturen is de langzame opwarming van het klimaat. Volgens klimaatscenario’s voor 2050 gaat de temperatuur de komende decennia gemiddeld verder omhoog, zowel ’s zomers als ’s winters. De grilligheid in het weer blijft echter behouden zodat het ene jaar sterk kan verschillen van het andere.
De eerste helft van het jaar brak het ene warmterecord na het andere. In de loop van de zomer ging het roer om en volgde een lange periode met normalere temperaturen. De warmte overheerste echter: zowel de winter als de lente van 2007 waren de zachtste sinds het begin van de metingen in 1706. Dat gold ook voor de herfst van 2006 zodat drie kwart jaar warmer waren dan ooit gemeten. Van de afzonderlijke maanden waren zowel januari als april in driehonderd jaar niet zo zacht. Februari, maart en juni eindigden elk bij de tien warmste.
De zomerse april met halverwege de maand in Zeeland al 30 graden was bovendien zonovergoten en kurkdroog. Op verschillende plaatsen viel geen druppel en voor De Bilt was die maand met slechts enkele tienden millimeter de droogste van de meetreeks. De zomer zelf stelde, zeker na het fraaie voorjaar, teleur. Het regende vaak en de zon kwam net aan zijn normale tax. Hoogzomermaand juli was bovendien vrij koel met stormachtig weer. Met de temperatuur viel het echter mee en de zomer eindigde uiteindelijk boven het langjarig gemiddelde. Het seizoen was echter veel te nat vooral dankzij de zeldzaam natte juli. De helft van de maanden was nat. Gemiddeld over het land viel dit jaar ongeveer 920 mm tegen 797 mm normaal. De zon scheen vaak: landelijk zo’n 1725 uur tegen 1550 uur normaal.
Onweer heeft dit jaar aan zeker twee mensen het leven gekost en door de bliksem vielen er ook gewonden. De storm van het jaar was Kyrill op 18 januari met windkracht 10 langs onze kust, windstoten van 130 km/uur en 50 tot 60 mm regen. In heel Europa heeft dit noodweer aan zestig mensen met leven gekost waaronder vijf in ons land.
Het Europese continent had geregeld te kampen met extreem weer. Ernstig was vooral de zomerhitte in het zuidoosten van Europa. Griekenland kreeg te maken met de ergste natuurbranden sinds mensenheugenis. Ook april heeft geschiedenis geschreven en was in vrijwel heel Europa extreem warm en zeer droog. West-Europa kampte in de zomer met wateroverlast.