De algemene gedachte onder astronomen is dat de grote spiraalstelsels in het universum, zoals ons eigen melkwegstelsel, er een lange tijd over deden om bij elkaar te komen met behulp van de fusie met kleinere stelsels. Maar wat als die veronderstelling onjuist is? In plaats van dat de evolutie van deze objecten een lange tijd in beslag namen, kwamen de grootste sterrenstelsels in een korte tijd met elkaar in botsing, waardoor er enorme wolken van gas en stof ineen stortten. Dat is vandaag bekend gemaakt op de 211e bijeenkomst van de American Astronomy Society door onderzoekers uit Hawaï en Californië.
Met behulp van de Hubble Space Telescope maakten zij opnames van massieve spiraalstelsels, die zich op een immens grote afstand van de aarde bevonden. Als de theorie juist is – dat grote sterrenstelsels gevormd werden door de fusie met kleinere sterrenstelsels – zou je verwachten dat het team de overblijfselen van deze stelselfusies gevonden zou hebben. Maar toen ze met de ruimtetelescoop terug keken in de tijd wanneer het universum vijf keer zo jong was als nu het geval is, bleek die veronderstelling niet te kloppen.
“We verwachtten dat deze sterrenstelsels er ongeveer hetzelfde uit zagen als elliptische stelsels met de vorm van een rugby in het centrum van dichtbevolkte clusters van dit soort objecten, waar de fusie tussen grote en kleine sterrenstelsels de normaalste zaak van de wereld is. Daarom waren we verrast om te zien dat deze stelsels niet afgeplat waren, maar onregelmatige schijven van geordend materiaal vormden,” verklaarde Elizabeth McGrath van de universiteit van Californië, Verenigde Staten. Het team observeerde zeven sterrenstelsels, welke één van de eerste waren in het heelal. Vier van dit aantal hadden een regelmatige vorm, wat betekent dat ze gevormd werden in gas- en stofwolken.
De schijfachtige sterrenstelsels hebben de vorm van een pannekoek, en de sterren van deze objecten draaien rond de kern van de stelsels, net zoals planeten die in een baan om hun moederster draaien. Dit soort sterrenstelsels worden geacht vaak gevormd te zijn in alleenstaande en massieve wolken van gas en stof, die onder invloed van hun eigen zwaartekracht ineen stortten. De stelsels die gevormd werden door de fusie met kleinere objecten zien er volgens de onderzoekers er een stuk chaotischer uit dan de rest door de invloed die hun begeiders met hun zwaartekracht uitoefenden, maar uiteindelijk zullen alle stelsels er hetzelfde uit komen te zien.