Het einde van de tijd van de dinosauriërs was natter dan wetenschappers eerder dachtten, zo blijkt uit nieuwe foto’s van de krater die de ruimterots, welke voor het uitsterven van de reusachtige reptielen heeft gezorgd, zo’n 65 miljoen jaar geleden deed ontstaan. De asteroïde trof toen de kust van het schiereiland Yucatan in de Golf van Mexico en speelde een grote rol in de extinctie van zeventig procent van alle levensvormen op aarde, inclusief alle niet-aviaire dinosauriërs.
Geofysici hebben de afgelopen tijd de meest gedetailleerde driedimensionale seismische opnames tot nu toe gemaakt van de bekende Chicxulub krater, die voor het grootste deel ondergedompeld is door puin. De gegevens toonden aan dat de asteroïde in dieper water landde dan eerder werd verondersteld. Dat betekent dat de grote ruimterots meer dan 6,5 keer zoveel waterdamp in de atmosfeer bracht. Daarnaast bleek dat zwavel-rijke sedimenten in de eeuwenoude krater in combinatie met verdampt water zogeheten sulfaat aerosolen vormden, die de inslag dodelijker maakte door het de versnelde afkoeling van de aarde en het ontstaan van zure regen.
“Het ontstaan van een grotere hoeveelheid waterdamp en de toename van het aantal sulfaat aerosolen in de atmosfeer hebben een grote rol gespeeld in de massa-extinctie die toendertijd plaatsvond,” zei Sean Gulick, een geofysicist aan de universiteit van Texas in de Verenigde Staten, die de studie leidde. “De inslag van de asteroïde zelf was waarschijnlijk niet de oorzaak van deze extinctie, maar juist de combinatie van verschillende veranderingen in het klimaat op aarde heeft in de tijd van de dinosauriërs zijn tol geëist.”
Grote dieren op het land werden volgens Gulick en zijn team letterlijk gebakken door het brandende puin dat uit de hemel kwam vallen, terwijl organismen in de zee stierven door het verzuurde water.