We zijn nog lang niet uitgekeken op het universum, zo blijkt ook nu weer. Astronomen van de Universiteit van Ohio in de Verenigde Staten zijn namelijk op een totaal nieuw object gestuit: een sterrensysteem dat bestaat uit twee massieve gele sterren die vermoedelijk de voorouders zijn van supernovae en voortdurend met elkaar in verbinding staan, waardoor ze een pindavormige ster lijken te vormen. Het tweetal werd in januari 2007 ontdekt en bevindt zich op dertien miljoen lichtjaar van de aarde.
Het systeem bestaat uit twee heldere, massieve gele sterren die op een korte afstand om elkaar draaien. De sterren zijn bijna identiek en hebben ieder ongeveer vijftien tot twintig keer zoveel massa als de zon. Hierdoor heeft het tweetal een sterke aantrekkingskracht en trekken ze elkaar aan, waardoor er een stroom van stellair materiaal te vinden is tussen de objecten en de vorm van de merkwaardige dubbelster op die van een pinda lijkt. Men stuitte eigenlijk per toeval op het systeem toen één van de sterren vanaf de aarde gezien het licht van zijn metgezel blokkeerde.
Het tweetal bevindt zich in het kleine dwergstelsel Holmberg IX, welke in een baan rond het sterrenstelsel M81 draait. Net na de ontdekking werd er verondersteld dat het lang zou duren voordat er nog een dergelijke object zou worden, maar verassend genoeg werd er in de Kleine Magelhaense Wolk, een klein sterrenstelsel dat rond de Melkweg draait, een kleiner object van hetzelfde type ontdekt. Deze bevond zich een stuk dichter bij onze planeet, want die afstand bedroeg slechts 230.000 lichtjaar. Dit systeem werd eigenlijk al in de jaren tachtig gevonden, maar gedacht werd dat het een gewone ster betrof.
Met de ontdekking van de twee dubbelsterren kan mogelijk ook een ander mysterie opgelost worden. Tijdens het leven van een ster zal deze opwarmen of afkoelen als het verschillende chemische elementen in zijn kern verbruikt. Een ster leeft het snelst op het begin of het einde van de temperatuursschaal. Daartussenin is het een gele ster. De meeste sterren sterven in het rode gedeelte van de cyclus – als een rode reuzenster – en een paar in het blauwe gedeelte – als een blauwe ster. Maar opvallend genoeg hebben astronomen nog nooit gezien dat een ster explodeerde en een supernova vormde in het gele gedeelte. Waarschijnlijk leven de sterren die deel uitmaken van de pas ontdekte sterrensysteem langer dan andere sterren, waardoor ze al hun brandstof verbruiken terwijl het gele sterren zijn en dus in het gele gedeelte al ontploffen. Vermoed wordt dat deze objecten daarom de voorouders zijn van de supernovae die wij kennen.