Een internationaal team van sterrenkundigen heeft negen sterrenstelsels in het vroege heelal ontdekt die 200 miljard maal zo zwaar zijn als de zon, maar een afmeting hebben van slechts 5000 lichtjaar. Ze zijn daarmee vele malen kleiner dan sterrenstelsels in het huidige heelal, maar bevatten dezelfde hoeveelheid sterren. Elk van de stelsels zou in de ‘centrale verdikking’ van onze Melkweg passen. De resultaten van het team zijn op 10 april verschenen in The Astrophysical Journal.
De astronomen bestudeerden de negen sterrenstelsels met behulp van de Hubble Space Telescope en de 10-meter W.M. Keck-telescoop op Mauna Kea, Hawaii, zoals ze er 11 miljard jaar geleden uitzagen, toen het heelal minder dan 3 miljard jaar oud was. “Het is een raadsel dat deze stelsels zo klein zijn,” zegt Peter van Dokkum, wetenschapper van de Universiteit van Yale in de Verenigde Staten. “Deze stelsels moeten sterk veranderen met de tijd, en minstens vijf maal zo groot worden.” Zware, kleine sterrenstelsels komen veel voor in het vroege heelal, maar in het nabije heelal nauwelijks.
De sterrenkundigen gebruikten de NICMOS-camera op de HST. Deze camera kan uiterst scherpe opnames maken doordat hij geen last heeft van de aardse atmosfeer. De Keck-tAstronomen vinden babystelsels met overgewichtelescoop is uitgerust met een krachtige laser die wordt gebruikt om de trillingen van de atmosfeer te meten en te corrigeren. “De stelsels zijn zo klein, dat alleen deze faciliteiten de afmetingen betrouwbaar konden meten,” zo licht Marijn Franx, hoogleraar sterrenkunde aan de Universiteit van Leiden, toe. De sterrenstelsels werden eerder bestudeerd met de Gemini-telescoop.
Het artikel is verder te lezen op Astronomie.nl.