Tijdens de zoektocht naar zwakke supernovae zijn astronomen voor het eerst in de geschiedenis gestuit op een object dat afkomstig is uit de verafgelegen Oortwolk, een gebied waar kometen ontstaan. Het hemellichaam, dat een doorsnede heeft van vijftig tot honderd kilometer, werd twee jaar geleden al ontdekt, maar nu heeft men weten te berekenen dat het object er maarliefst 22.500 jaar over doet om één keer rond de zon te draaien. En dat is niet het enige wat 2006 SQ372, zoals het stuk rots wordt genoemd, zo bijzonder maakt.
Door de zeer elliptische baan waarin het draait nadert het object onze ster eens in de zoveel jaar op 3600 miljoen kilometer, wat 24 keer zoveel is als de afstand tussen de aarde en de zon. Wanneer 2006 SQ372 de andere kant van zijn baan bereikt staat deze echter op een bijna zeventig keer zo grote afstand, wat overeenkomt met 1600 AU. De afstand tussen onze planeet en de zon is ter vergelijking één AU. De enige objecten die in een nog grotere baan draaien zijn lang-periodieke kometen. Hun herkomst ligt in de Oortwolk, een gebied dat zich uitstrekt over een gebied van 180.000 AU. De wolk is een overblijfsel van de periode waarin ons zonnestelsel geboren werd en is gevuld met steen en ijs.
Omdat 2006 SQ372 naar alle waarschijnlijkheid afkomstig is uit het binnenste deel van de Oortwolk, zo wezen computersimulaties uit, zal het nooit zo glorieus oplichten aan de hemel als een komeet dat doet. Dat is omdat de aantrekkingskracht in dat gebied vele malen sterker is dan in de rest van de wolk het geval is. Volgens Andy Becker, één van de twee wetenschappers van de Universiteit van Washington die het onderzoek leidde, zal het object binnen enkele honderden miljoenen jaren voorgoed uit het zonnestelsel verdwijnen. “De zwaartekracht die Uranus en Neptunus op dit soort objecten uitoefenen zorgen ervoor dat ze letterlijk weggeschoten worden,” zei hij.