Verschillende wetenschappers hebben de afgelopen tijd ideeën geopperd omtrent het reizen naar andere sterren, maar het is onwaarschijnlijk dat er ooit mensen de ruimte buiten het zonnestelsel zullen verkennen. Dat is naar voren gekomen tijdens een conferentie in Hartford, waar men discussieerde over toekomstige voortstuwingstechnieken. Met de huidige technologie zal het duizenden jaren kosten om een vaartuig te ontwikkelen dat in korte tijd naar verafgelegen sterren kan reizen. Ook is er een onmogelijk te verkrijgen hoeveelheid energie nodig voor zo’n reis.
Met behulp van een in de ruimtevaart vaak gebruikte ionenmotor zal een ruimtevaartuig er ruim 81.000 jaar over doen om de dichtstbijzijnde ster te bereiken, Proxima Centauri. Het object bevindt zich op iets meer dan vier lichtjaar van de aarde. Door gebruik te maken van de aantrekkingskracht van de zon zou de ster in 19.000 jaar bereikt kunnen worden. Dat is te vergelijken met 2700 tot 600 generaties. Ter vergelijking: 2700 generaties geleden kon de moderne mens nog niet eens communiceren door te praten, en 600 generaties geleden bestonden de Neanderthalers nog maar net. Door gebruik te maken van een methode die nog niet gebruikt wordt, nucleaire fusie, zou het 85 jaar om de ster te bereiken. En dat is ongeveer zo lang als een gemiddeld mensenleven. Veel te lang, zo vinden wetenschappers.
De tijdsduur van de reis is echter niet het enige probleem. Hoe zit het namelijk met de brandstof die het ruimtevaartuig nodig zou hebben? Volgens professor Brice Cassenti, die ook aanwezig was op de conferentie, zou er honderd keer zoveel energie benodigd zijn als te verkrijgen is op aarde om bij Proxima Centauri te arriveren. “Om zo’n grote hoeveelheid energie in handen te krijgen zijn we genoodzaakt om grondstoffen te halen van andere planeten. En voordat we geland zijn op een andere planeet zijn we weer enkele tientallen jaren verder.” Volgens hem moeten wetenschappers met een beter plan komen. “Anders gaat het ons nooit lukken,” zei hij tot slot.