ESA’s ruimtesonde Rosetta moet in 2014 in een baan rond de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko komen. Maar op 5 september passeert Rosetta alvast de planetoïde Steins op een afstand van slechts 800 kilometer. Op weg naar planetoïde nummer 2867 Steins is Rosetta begonnen met zijn camera’s het hemellichaam waar te nemen om de baan ervan nauwkeuriger te bepalen. Rosetta begon met deze ‘optische navigatiecampagne’ op 4 augustus, toen het ruimtetuig nog 24 miljoen kilometer van de planetoïde verwijderd was, en dit zal zo verdergaan tot 4 september tot een afstand van ongeveer 950.000 kilometer.
‘We kenden de baan van Steins, die Rosetta op 5 september tot een afstand van amper 800 kilometer zal naderen, slechts aan de hand van waarnemingen van op de grond’, zegt Rosetta-vluchtleider Gerhard Schwehm. ‘Maar dat was niet nauwkeurig genoeg als we zouden willen voor de passage.’ De bedoeling van de optische waarnemingen van Steins is de baan van de planetoïde te kennen met een nauwkeurigheid van 2 kilometer (tegen 100 kilometer voorheen) in een richting die loodrecht staat op de vluchtrichting van de planetoïde (de zogenaamde cross-track). Op die manier moet Rosetta het hemellichaam optimaal kunnen benaderen. Bij het bepalen van de baan van Steins worden zowel de navigatiecamera’s als het zogenaamde Optical, Spectroscopic and Infrared Remote Imaging System (OSIRIS) van Rosetta gebruikt.
‘De eerste drie weken kunnen alleen de krachtige ogen van OSIRIS de planetoïde waarnemen. Die ziet er dan slechts als een kleine stip uit’, aldus Andrea Accomazzo, Spacecraft Operations Manager voor Rosetta in het European Space Operations Centre (ESOC) van ESA in Darmstadt, Duitsland. Maar het bleek dat de navigatiecamera’s ook al veel vroeger dan gedacht de planetoïde konden waarnemen. Volgens Rosetta-projectwetenschapper Rita Schulz van ESA’s European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Noordwijk in Nederland is het de eerste keer dat het instrument OSIRIS tijdens de Rosetta-missie voor baanbepaling wordt gebruikt.