Als het aan adviseurs van de ruimtevaartorganisatie NASA ligt gaat men binnen vijftien jaar de aandacht vestigen op een buurplaneet van de aarde die tot nu toe redelijk op de achtergrond is gebleven: Venus. Na een bezoek aan gasreus Jupiter en diens manenstelsel zou een grootschalige missie, waar twee heteluchtballonnen, twee landers en één orbiter deel uit van moeten maken, het volgende ‘vlaggenschip’ moeten zijn.
De drie tot vier miljard kostende vloot zou tussen 2020 en 2025 op weg moeten gaan naar de gloedhete planeet, die gekenmerkt wordt door een oppervlaktetemperatuur van maarliefst 450 graden Celsius en dichte wolken waar voortdurend zwavelzuur uit regent. In vergelijking met de andere planeten in het zonnestelsel heeft Venus voorheen nog niet echt de aandacht getrokken, maar volgens het team dat diens plannen deze maand publiceert is het ‘duivelse zusje’ interessant genoeg om uitgebreid onderzocht te worden. Zo bestaat er al lange tijd onduidelijkheid over wat er gebeurd is met de grote hoeveelheden water die het Venusiaanse oppervlak naar alle waarschijnlijkheid in het verre verleden bevatte en wat het extreme broeikaseffect op de wereld heeft veroorzaakt.
Een catastrofale inslag zou daar verantwoordelijk voor kunnen zijn, maar om op die vragen een duidelijk antwoord te formuleren willen de onderzoekers op een hoogte van 55 kilometer twee met talloze instrumenten uitgeruste ballonnen laten vliegen en een tweetal landers laten afdalen naar het oppervlak van Venus. Ook een orbiter die op zoek moet gaan naar tekens van vulkanische activiteit behoort tot de plannen. Of het bij plannen blijven zal de toekomst ons ongetwijfeld leren.