Een internationaal team van wetenschappers heeft enkele van de meest primitieve stofdeeltjes afkomstig uit de interstellaire ruimte geanalyseerd. De monsters werden verzameld door NASA-vliegtuigen in april 2003 tijdens de passage van de komeet 26P/Grigg-Skjellerup. “We hebben een buitengewone rijkdom aan primitieve chemische vingerafdrukken,” zei Dr. Busemann. De interplanetaire stofdeeltjes, die slechts enkele duizenden van een millimeter in diameter klein zijn, werden geanalyseerd dankzij een internationale samenwerking van het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Duitsland.
Twee korrels lijken percentageniveaus van materiaal te bevatten van de nevel waaruit het zonnestelsel gevormd is. Eén stofdeeltje bevatte vier primitieve zonnesilicaatglaskorrels met een bijzondere chemische samenstelling die overeenkomt met de voorspellingen van de hoeveelheid silicaten en is waarschijnlijk gevormd door een koelwaterzuiveringsgas na een supernova-explosie. “Deze kleine korrels combineren de meest primitieve kenmerken, tot nu toe enkel en alleen gevonden in verschillende meteorieten. Net hierdoor valt het te speculeren of we echt monsters in onze handen hebben van een bekende bron, komeet Grigg-Skjellerup in dit geval,” zei Busemann.
De deeltjes zijn de bouwstenen van het zonnestelsel en zorgden voor de samenklontering van de planeten in ons stelsel. De deeltjes bieden dan ook een grote kennis over de vorming van de hemellichamen die we vandaag de dag kunnen aanschouwen. Toekomstige getimede collecties kunnen nog veel meer geheimen onthullen over het ontstaan en de geschiedenis van ons zonnestelsel.