Men heeft zich al lange tijd afgevraagd op welke manier kleine silicaatkristallen, welke extreem hoge temperaturen nodig hebben om te kunnen ontstaan, terecht zijn gekomen in bevroren kometen die in de ijskoude buitenste regionen van ons zonnestelsel hun oorsprong vinden. De kristallen zouden begonnen zijn als niet-gekristalliseerde deeltjes van silicaat, die deel uitmaakten van het mengsel van gas en stof waaruit het planetenstelsel waar wij ons in bevinden werd geboren. Een team van sterrenkundigen denkt nu een antwoord te hebben gevonden op de vragen waar en hoe deze kristallen ooit zijn gevormd met behulp van observaties die zijn uitgevoerd door de Spitzer Space Telescope aan een pasgeboren zonachtige ster.
De onderzoekers uit Duitsland, Hongarije en ons land die deel hebben genomen aan de studie hebben ontdekt dat een uitbarsting van een ster ervoor kan zorgen dat silicaat omgezet wordt in een kristalachtige vorm. Rond de ster EX Lupi ontdekten zij namelijk de infrarode ‘handtekening’ van silicaatkristallen in de schijf die het object omringd, welke opgelicht werden tijdens één van diens frequent voorkomende uitbarstingen in april van het afgelopen jaar. Deze kristallen waren niet zichtbaar op eerdere waarnemingen die de Spitzer deed aan het stelsel tijdens een relatief rustige periode en zouden gevormd zijn op het moment dat minieme deeltjes in het binnenste deel van de ring die de ster omgeeft werden verwarmd door de moederster. Tijdens dit proces wordt het materiaal zo sterk verhit dat enkele bindingen af worden gebroken en opnieuw ontstaan, waardoor de eigenschappen van de deeltjes veranderen. Het is één van de manieren waarop silicaat omgezet kan worden in kristalachtig materiaal.
De ster in kwestie is een vrij jong object dat mogelijk veel overeenkomsten vertoont met hoe de zon zich vier of vijf miljard jaar geleden ‘gedroeg’. Eens om de zoveel jaren vertoont het een uitbarsting, waarvan gedacht wordt dat het veroorzaakt wordt door de opeenhoping van materiaal uit de schijf die EX Lupi omringt. De intensiteit van dergelijke explosies verschilt sterk en men denkt dat er om de vijftig jaar een zeer krachtige uitbarsting plaatsvindt. Naar alle waarschijnlijkheid is dat in het verre verleden ook het geval geweest bij de zon en kan men de kristallen die voorkomen in met ijs bedekte kometen dan ook in verband brengen met uitbarstingen die in die fase van het leven van onze eigen ster plaatsvonden op het zonneoppervlak.