Uit een studie naar meer dan duizend clusters van sterrenstelsels, welke met een bijzonder hoge snelheid één kant op bewegen, blijkt dat er iets groots te vinden is achter de rand van het voor ons zichtbare universum. De clusters zouden zich met een snelheid van circa duizend kilometer per seconde naar een bepaald deel van de kosmos verplaatsen, zo hebben onderzoekers kunnen concluderen na analyse van een combinatie van observaties die uit zijn gevoerd met de zogeheten Wilkinson Microwave Anisotropy Probe en enkele röntgenwaarnemingen. De aanwezigheid van deze ‘donkere stroom’ duidt er volgens sommigen op dat er meerdere universa bestaan.
Onderzoeker Sasha Kashlinsky en collega’s van het Goddard Space Flight Center kwamen vorig jaar een ongewoon patroon in de beweging van ongeveer achthonderd stelselclusters op het spoor. Het team deed onderzoek naar de beweging van de clusters ten opzichte van de ‘nagloed’ van de oerknal, die ook wel de kosmologische achtergrondstraling wordt genoemd. De fotonen van deze gloed komen hun reis door de ruimte in botsing met elektronen tijdens in deze clusters en omdat dit subtiele veranderingen in de temperatuur van de nagloed teweegbrengt, is men in staat om de positie van de clusters van sterrenstelsels te bepalen.
Een groot aantal onderzoekers gaf eerder aan dat het bestaan van de stroom niet zou blijken uit verdere observaties, maar het team van Kashlinsky claimt nu dat het diens aanwezigheid heeft bevestigd. Uit de laatste analyse blijkt dat 1400 clusters deel uitmaken van de stroom en dat het zich uitstrekt tot drie miljard lichtjaar van onze planeet uit te strekken. Dat is een omvangrijke fractie van de afstand tot de rand van het zichtbare universum en twee keer zo ver als bepaald werd op basis van een eerdere studie. De stroom zou kort na de oerknal gevormd zijn door iets dat zich inmiddels niet meer in het waarneembare universum bevindt.
De oorzaak voor de aanwezigheid van de stroom kan gezocht worden bij de zwaartekracht van een grote hoeveelheid materie, maar dit is zeer onwaarschijnlijk. Massieve kosmische structuren zouden eerder verspreid zijn door het heelal door kwantumfluctuaties. Laura Mersini-Houghton van de Universiteit van North Carolina denkt een betere verklaring gevonden te hebben: de stroom duidt op het bestaan van een aangrenzend universum. Indien de kleine hoeveelheid vacuüm die zich ontplooide tot het universum waar wij ons in bevinden verbonden was met andere hoeveelheden vacuüm – andere universa – kunnen zij een voor ons onzichtbare kracht uitoefenen op de objecten om ons heen.
Het bestaan van de ‘donkere stroom’ blijft echter discutabel. Volgens Charles Bennet, betrokken bij het project omtrent de Wilkinson Microwave Anisotropy Probe, is de nieuwe analyse statistisch gezien niet veelbetekend. “Er is nog geen concreet bewijs,” zei hij.