Verborgen in de grote hoeveelheid gegevens van de Kepler-telescoop bevindt zich een planetair systeem dat bestaat uit twee planeten die in dezelfde baan om hun moederster draaien. Mocht de ontdekking worden bevestigd, dan zou de vondst de theorie dat de aarde haar baan ooit met een hemellichaam ter grootte van buurplaneet Mars deelde ondersteunen. De botsing tussen onze planeet en het object, dat al eerder omgedoopt werd tot Theia, had mogelijk het ontstaan van de maan tot gevolg.
Het tweetal maakt deel uit van een stelsel van vier planeten genaamd KOI-730 en omcirkelt de zonachtige moederster eens in de 9,8 dagen op precies dezelfde afstand. De planeten zijn ongeveer zestig graden van elkaar verwijderd en zouden, gezien vanaf het oppervlak van de werelden, te zien zijn als een constant en fel licht.
Wanneer een hemellichaam een ster of een groot object omcirkelt, zijn er twee zogeheten Lagrangepunten in de baan van de planeet waar een derde object gelegen kan zijn – één zestig graden voor en zestig graden achter het kleinere object. In ons eigen zonnestelsel komt dit ook voor; een groep asteroïden genaamd de Trojanen bevindt zich bijvoorbeeld op deze twee punten in de baan van gasplaneet Jupiter. Dat dit het geval is met twee grote planeten is echter uniek.
Dat we ooit getuige zullen zijn van een botsing tussen het tweetal is zeer onwaarschijnlijk. Uit computersimulaties blijkt dat de planeten op z’n minst 2,22 miljoen jaar in dezelfde baan zullen blijven draaien.
Afbeelding: ESO