Tot voor kort werd verondersteld dat botsingen tussen sterrenstelsels de enige manier waren waarop deze konden groeien. Maar nieuw bewijs dat is verzameld door een team van onderzoekers doet de suggestie wekken dat ook iets anders de meeste de stelsels kan hebben beïnvloed, en wel op een iets minder verstorende manier. Het beantwoordt mogelijk de vraag waarom de massa van de meeste stelsels binnen enkele miljarden jaren na de oerknal sterk toenam. (meer…)
Het universum herbergt een veelheid aan sterrenstelsels. Deze stelsels zijn niet gelijkmatig verdeeld, maar maken deel uit van draadvormige structuren. De filamenten strekken zich uit over het gehele heelal en…
Uit een studie naar meer dan duizend clusters van sterrenstelsels, welke met een bijzonder hoge snelheid één kant op bewegen, blijkt dat er iets groots te vinden is achter de rand van het voor ons zichtbare universum. De clusters zouden zich met een snelheid van circa duizend kilometer per seconde naar een bepaald deel van de kosmos verplaatsen, zo hebben onderzoekers kunnen concluderen na analyse van een combinatie van observaties die uit zijn gevoerd met de zogeheten Wilkinson Microwave Anisotropy Probe en enkele röntgenwaarnemingen. De aanwezigheid van deze ‘donkere stroom’ duidt er volgens sommigen op dat er meerdere universa bestaan.
Onderzoeker Sasha Kashlinsky en collega’s van het Goddard Space Flight Center kwamen vorig jaar een ongewoon patroon in de beweging van ongeveer achthonderd stelselclusters op het spoor. Het team deed onderzoek naar de beweging van de clusters ten opzichte van de ‘nagloed’ van de oerknal, die ook wel de kosmologische achtergrondstraling wordt genoemd. De fotonen van deze gloed komen hun reis door de ruimte in botsing met elektronen tijdens in deze clusters en omdat dit subtiele veranderingen in de temperatuur van de nagloed teweegbrengt, is men in staat om de positie van de clusters van sterrenstelsels te bepalen. (meer…)
Uit observaties die uitgevoerd zijn met een telescoop van Canadese en Franse makelij op Hawaï blijkt dat de twee meest nabij het melkwegstelsel gelegen stelsels, het bekende Andromedastelsel (M31) en het Driehoekstelsel (M33) elkaar ongeveer 2,5 miljard jaar geleden op een relatief kleine afstand gepasseerd zijn en het tweetal zich opnieuw op een ramkoers bevindt. Daarbij werden soortgelijke overblijfselen van galactisch kannibalisme ontdekt als die bij ons sterrenstelsel gevonden werden in de vorm van zogeheten stellaire stromen. Deze spaghetti-achtige slierten verrezen op het moment dat dwergstelsels te dicht bij de Melkweg kwamen en zijn nu ook in kaart gebracht bij de twee buurstelsels, hetgeen laat zien dat de twee verwikkeld zijn in een ’touwtrekspel’. (meer…)
Door elf miljard jaar terug in de tijd te kijken heeft men voor de eerste keer de beweging van sterren in een zeer verafgelegen sterrenstelsel in kaart weten te brengen en is bepaald dat dit met een snelheid van ruim anderhalf miljoen kilometer per uur gebeurt. Dat aantal is twee keer zo groot als de snelheid waarmee de zon door het melkwegstelsel raast. De snelbewegende sterren, welke onder de loep zijn genomen door de ruimtetelescoop Hubble en de 8-meter Gemini South telescoop in Chili, kunnen ons meer vertellen over hoe deze verafgelegen stelsels, die een fractie zijn van de grootte van onze Melkweg, zich ontwikkeld hebben tot de volgroeide sterrenstelsels die we dezer dagen om ons heen zien. (meer…)